De Bewijsstandaard ISO 12647-7 werd in november 2016 herzien en de testcriteria voor de FograCert proof productie. We hebben deze gewijzigde criteria nu opgenomen in onze BewijzenDe verbeteringen van de nieuwe standaard zijn vooral duidelijk op het gebied van kleurnauwkeurigheid, witheid van het papier en hogere eisen voor proefpapieren.
Waarom er bijna niets verandert voor onze Proof-klanten
Het goede nieuws is: u zult niet merken dat onze proefdrukken nu precies volgens de nieuwste standaard worden geproduceerd. Waarom? Heel eenvoudig: omdat onze eisen aan ons proefdruksysteem, aan onze FIERIG Proefdruksoftware, onze EFI proefdrukpapier en de X-Rite meettechnieken zijn al zo hoog dat alle onderdelen van onze proefdrukken - en natuurlijk onze proefdrukken zelf - al jaren voldoen aan de nieuwe criteria van de herziene norm van november 2016.
De belangrijkste innovaties van de nieuwe proefdrukstandaard in het kort
1. kleurnauwkeurigheid
De nieuwe norm vervangt de klassieke formule voor de Afstand tussen kleuren Delta-E van de traditionele definitie uit 1976 (CIELAB 1976) naar de bijgewerkte versie uit het jaar 2000 (CIEDE2000). Aangezien de waarden niet direct kunnen worden omgezet, worden hierdoor ook nieuwe toleranties voor het testrapport geïntroduceerd, die met onmiddellijke ingang van toepassing zijn. Deze nieuwe toleranties en nieuwe criteria zijn ook het enige verschil dat u zult herkennen bij nadere inspectie van onze proef.
Waarom deze verandering: Fogra toonde aan dat de metingen van de 116 Contract Bewijs-certificaten uit 2016 volgens zowel de oude als de nieuwe toleranties laten zien dat de oude ΔEab-formule gebaseerd is op een systematische fout in de beoordeling van verzadigde kleuren. Deze kleuren hadden voorheen een ΔE-waarde die te hoog was in verhouding tot de visuele beoordeling. De nieuwe ΔE-waarden zijn daarentegen veel "gelijkwaardiger", d.w.z. veel dichter bij de menselijke beoordeling van de kleurafstand, wat Fogra ook in tests heeft aangetoond.
De afwijkingen in de grijs-as en de chromaticiteit worden nu ook nauwkeuriger bepaald en de evaluatie van de chromaticiteitsafstand ΔH wordt vervangen door de metriek ΔCh. U kunt dit ook zien in het testrapport. Fogra schrijft: "Aangezien ΔH voornamelijk afhankelijk is van de chromaticiteitshoek, is de evaluatie van neutraal grijs of soortgelijke kleuren met soms zeer grote helderheids- en chromaticiteitsafwijkingen niet langer mogelijk. Verzadigings verschillen geen zinvolle resultaten opleveren. De maat ΔCh beschrijft nu de werkelijke afstand van een kleurenpaar in het CIEa*b*-vlak en is daarom niet langer alleen geschikt voor het evalueren van het chromaticiteitsverschil van zeer verzadigde kleuren."
2. duurzaamheid van de proefdrukpapieren
De verouderingstests voor proefdrukken zijn met de introductie van de nieuwe standaard duidelijker geregeld. Alle gecertificeerde proefdrukken ondergaan de volgende tests:
- Kamertemperatuur
(24 uur bij 25° C en 25 % relatieve vochtigheid) - Hete en vochtige omgeving
(24 uur bij 40° C en 80 % rel. vochtigheid) - Droge opslag
(1 week bij 40° C en 10 % rel. vochtigheid) - Lichtechtheid
(minstens niveau 3 van ISO 12040)
Een bewijs moet nu al deze bovengenoemde testen zonder problemen doorstaan, waarbij het nu geregeld is dat voor elke test een nieuw bewijs gebruikt wordt, d.w.z. dat niet één exemplaar alle testen achter elkaar moet kunnen doorstaan.
3. optische witmakers (OBA's)
De categorisering van het gehalte aan optische witmakers was drie jaar geleden al opgenomen in de offsetstandaard, en de proefdrukstandaard volgt nu dit voorbeeld en gebruikt dezelfde classificatie. Het gehalte aan witmakers in het proefdrukpapier moet worden gecategoriseerd - vergelijkbaar met de Glamour van het proefdrukpapier - dat van het gebruikte papier Overlay papierop elkaar lijken of tot dezelfde categorie behoren.
4. speciale kleuren zoals PANTONE en HKS
De nieuwe herziening van de norm bevat ook criteria voor de evaluatie van Speciale kleurn als PANTONE, HKS of TOYO. Deze kunnen nu ook optioneel geanalyseerd worden binnen de standaard, wat dan via een aparte Media wig met testrapport. Voor gemeten steunkleuren moet de tolerantie voor de kleurafwijking binnen Delta-E 2,5 liggen.
In het getoonde voorbeeld wordt een proefbestand bestaande uit gekleurde vierkanten met 4 extra PANTONE-spotkleuren uitgevoerd: PANTONE 7441 C, PANTONE 2995 C, PANTONE Bright Green C en PANTONE ORANGE 021 C. Deze speciale kleuren worden gebruikt door de RIP en toegewezen aan de respectieve interne kleurwaarden, wat wordt weergegeven in de lijn in de Vacatureticket herkenbaar is.
Tussen functieticket en UGRA/Fogra media wedge, kan nu een extra media wedge worden uitgevoerd waarop de aanwezige steunkleuren - in dit geval de vier PANTONE-kleuren - worden weergegeven. De gemeten resultaten van de afwijkingen van de steunkleuren kunnen dan in een afzonderlijk testrapport worden uitgevoerd.